Bosadders zijn de algemene term voor een groep kleine giftige slangen die tot het geslacht Atheris behoren. Ze zijn endemisch in de beboste regio's ten zuiden van de Sahara in Afrika. Deze wezens staan bekend om hun aparte uiterlijk en hun krachtige gif. Deze slangen behoren tot de Viper-familie. Er zijn momenteel tien soorten bushslangen erkend.
Bush-adders zijn kleine slangen variërend in lengte van 16 tot 2 en een halve voet. Alle leden van het geslacht Atheris hebben een duidelijke driehoekige kop die aan een slanke nek is bevestigd. Bush-slangen hebben een brede, stompe snuit en een duidelijke canthus. De bush-slang heeft een heel opvallend lichaam dat enigszins afgeplat is. Dankzij zijn krachtige staart en ruwe schubben kan hij boomtakken vastgrijpen en eraan hangen en zichzelf vervolgens op nietsvermoedende prooien lanceren. Ze zijn verkrijgbaar in een breed scala aan verschillende kleuren en kleurpatronen, van puur lichtgroen tot gevlekt bruin en geel. Vrouwtjes zijn over het algemeen groter dan de mannetjes.
Bosadders zijn boombewonend of leven in bomen. Het gefragmenteerde regenwoudsysteem van de regio ten zuiden van de Sahara heeft een omgeving van genetische isolatie gecreëerd die aanleiding heeft gegeven tot unieke soorten bushslangen. Deze slangen worden vaak aangetroffen in primaire en secundaire regenwoudhabitats en zelden in door de mens beïnvloede gebieden. Verschillende soorten Bosadders zijn te vinden in Congo, Tanzania, Zaïre, Kenia en Kameroen, maar ook in de omliggende gebieden. Vanwege hun brede leefgebied en hun ecologische isolatie kunnen verschillende soorten bosadders verschillende niches bezetten en op een groot aantal verschillende hoogten en omgevingsomstandigheden worden aangetroffen. Er zijn zelfs gevallen bekend waarin verschillende soorten binnen één gebied stratificeren of op verschillende hoogten leven. Bosadders voeden zich voornamelijk met kleine nachtdieren die in het regenwoud voorkomen, zoals kikkers, hagedissen, spitsmuizen, knaagdieren en vogels. Prooien worden meestal in een hinderlaag gelokt en vastgehouden totdat het krachtige gif van deze slangen effect heeft. Vrouwtjes zijn ovovipaar, wat betekent dat ze de jongen in eieren in hun lichaam houden en deze pas loslaten zodra ze ontwikkeld zijn. De paring vindt meestal plaats na de Afrikaanse winter tijdens de maanden september en november en de jongen worden rond april en maart geboren. De afgelegen habitat van deze reptielen maakt het moeilijk om nauwkeurige populatieaantallen te behouden, hoewel het slinkende bosgebied in de regio alleen maar een negatief effect kan hebben op hun totale aantal.
Het gif van de bosadder is uniek omdat het voorkomt dat het bloed van het slachtoffer de prikwond verstopt. Dit hemotoxische effect beschadigt ook nabijgelegen weefsels en is uiterst krachtig tegen kleine vogels, zoogdieren en reptielen, de favoriete prooi van deze slangen. Er is één menselijk dodelijk slachtoffer bekend als gevolg van Atheris-gif. Er is geen specifiek tegengif voor soorten in dit geslacht.
Als boombewonende groep hebben Atheris-soorten klimstructuren in hun hok nodig. Ze hebben mogelijk ook kleine, krappe ruimtes nodig waar ze in kunnen kruipen of zich kunnen verstoppen. Ze acclimatiseren verrassend goed in gevangenschap, hoewel verschillende soorten mogelijk verschillende temperatuur-, vocht- en voedingsbehoeften nodig hebben.